Geef of neem een proefabonnement

Zeilvrouwen

Mej. Clignett pakte als eerste het helmhout

Dit artikel is gepubliceerd in

<\/span>
Tot 1900 was de zeilsport helemaal gericht op mannen. Daarna worden de veranderingen in de maatschappij ook op het water zichtbaar: vrouwen nemen het roer in handen en gaan zelfs wedstrijdzeilen! Dit verhaal over de vrouwelijke pioniers geeft een indruk van het begin van de emancipatie in de zeilsport.

Edouard Manet schilderde in 1874 het schilderij ‘en Bateau’ waar een jongedame meezeilt en niet aan het roer zit. In die tijd was dat vanzelfsprekend. Toch werd er in die periode al een rolmodel beschreven van een stoer meisje. In Jong Holland, ‘geïllustreerd weekblad voor jongelui’ uit 1889 staat een spannend verhaal aan boord van de Miséricorde waar een meisje aan het roer wordt gezet, zodat de mannen de kanonnen kunnen bedienen. De kapitein was onder de indruk dat ze kalm en onverschrokken was gebleven in een nacht met stormachtige zee. ‘Ik draag u thans met een gerust geweten en een volledig vertrouwen het roer op, meisje. Gij zijt sterk en vastberaden en dus zijn we in uwe handen veilig’.

Pionierende dames
De eerste zeilverenigingen werden opgericht door én voor mannen uit de ‘upper class’. De dames zeilden mee als passagier of volgden de wedstrijd vanaf een meevarend stoomschip. Maar er waren uitzonderingen zoals Charlotte Clignett in 1886. Of mevrouw van Dam in 1902, de ‘kapiteinse waar je niet omheen kunt!’ aan boord van de Psyche van Willem van Dam. In de maatschappij verenigen de vrouwen zich en winnen de lange strijd om het vrouwenkiesrecht: in 1917 kunnen vrouwen zich verkiesbaar stellen en vanaf 1920 krijgen vrouwen eindelijk het stemrecht. In die periode verandert ook de positie van de vrouw in de watersport, mede door de komst van de 12-voetsjol. Bij de introductie van de 12-voetsjol in Nederland in 1914 was men nog terughoudend. Over de gebruiksmogelijkheden werd geschreven: ‘Toch is het zeer goed mogelijk in een jol tochtjes te maken met 3 of 4 personen en het is helemaal niet onmogelijk om dames aan boord te nemen.’ In de praktijk bleek de jol zeer geschikt voor een stuurvrouw. De dochters en vrouwen van de eerste joleigenaren wilden zélf zeilen in plaats van alleen maar meevaren. In de eerste jaren achtte men ‘het zwakke geslacht’ nog niet in staat om zonder mannelijke hulp de wedstrijd tot een goed einde te brengen.

Benieuwd naar de rest van het verhaal?

Spiegel der Zeilvaart 09/2021

Spiegel der Zeilvaart 09/2021

Bestel en lees verder ›