Een voor een breken de wollen draadjes. De samengebonden slurf opent zich van onder tot boven en met een dreun vult het enorme zeil zich met wind. Het schip helt, de mast buigt, de bakstagen kreunen. Het bruisen van het boegwater wordt luider. De voordekkers worstelen met de boom. ‘Dúwen!’ Ze zijn te licht. Door de gangboorden komt versterking naar voren. ‘Vieren die schoot!’, gaan de instructies nu de andere kant op. Dan tilt een golf het schip op. De mast zwenkt naar loef. Het strak gespannen doek van het bolle zeil volgt de beweging. ‘Nú!’ Met drie man wordt de schoothoek zover uit- geboomd dat het lange rondhout vasthaakt aan dek. De schoot kan nu aangetrokken worden om het zwaaiende zeil te kalmeren.
Dan zwelt verderop een donderend geraas aan, eindigend in luide knallen. Gegil. Bij de tegenstander is het hijsen niet goed gegaan. Door een verkeerd belegde schoot is het zeil veranderd in een monster. Bij elke klap trilt het hele schip. De valstopper wordt open gegooid. Het zeil zakt en het slaan is voorbij. Maar het doek plakt aan de golven en loopt vol. Een nieuw probleem om op te lossen. Een achteropkomer schuift gestaag voorbij na rustig z’n waterzeiltjes te hebben gezet. ‘Kijk, zo deden de oude vissers van de Zuiderzee dat’, laat hij grinnikend weten.
Verdubbeling zeiloppervlak
Een halfwinder kan voor flink wat ellende zorgen. Maar Nico Feddes (winnaar van het NK rond en plat in 2019) herinnert zich ook races waarbij een concurrent ongrijpbaar bleek door goed ‘spinakerwerk’. Zoals die keer toen het team van de Lemsteraak Heksenketel de halfwinder hees en zo hard weg zeilde bij het veld dat het schip niet meer was in te halen. Nico: ‘Als je eenmaal vrij voor ligt wordt het een stuk makkelijker om uit te lopen. Je hebt vrije wind en je kunt je eigen tactiek bepalen.’ Feddes vaart sinds 2014 met zijn Silveren Maen, een 12 m lange Westerdijkschouw van ruim 15 ton.