Aan de basis van de Maassluise trekschuit of snik staat de Stichting ‘Zorg en Vlijt’. In 1990 schreef scheepsbouwkundige en modelbouwer J. Ploeg een eerste rapport over de snikschuit als trekschuit voor personenvervoer. Maassluis en Vlaardingen waren via een trekvaart al in de zeventiende eeuw aangesloten op het welvarende Delft en Maassluis had zelfs een werf gehad waar de snikken gebouwd werden en waarvan we nog alles weten. In 1695 startte Leendert Hoogendam namelijk met het bouwen van schepen op de werf ‘Welvaren’. Leendert hield zijn hele leven nauwkeurig bij wat hij bouwde, voor wie en tegen welke prijs. Zijn handschrift is bewaard gebleven in Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. Zo is bekend dat hij 19 zeilende snikschuiten bouwde.
In het Maritiem Museum in Rotterdam lagen in de archieven nog bouwtekeningen van trekschuiten voor passagiersvervoer. Aan de hand daarvan zou een vrij nauwkeurige reconstructie kunnen worden gemaakt. Maar voor het zover was moesten er fondsen worden aangetrokken om de bouw mogelijk te maken. Er kwamen bedragen binnen van het Omgevingsfonds Midden-Delfland, het fonds Geschiedenis Vlaardingen en Omstreken en de gemeente Maassluis. Er was heel wat overredingskracht nodig om de benodigde € 290.000,- bij elkaar te krijgen. Maar het lukte!
Peter Schouten
Het bestuur van deze stichting ging verder en trok Peter Schouten als bouwmeester aan. Peter zit al meer dan veertig jaar in het vak en heeft ook al heel wat projecten met vrijwilligers voltooid en weet hoe hij die aan moet pakken. Hij laat de vrijwilligers eerst zeggen waar ze goed in zijn, daarna laat hij ze een werkstuk maken en aan de hand daarvan beoordeelt hij in welk deel van het bouwproces hij de vrijwilliger kan inzetten. De een is goed met hout, de ander met verf en een derde kon weer prachtige dingen maken van afvalhout.
Als je namelijk zo’n eikenhouten schip bouwt, kun je maar 30% van het aangeleverde hout gebruiken, 70% blijft als resthout over. Maar dit keer ging er geen stukje hout verloren. Er werden vele honderden tapasplankjes, zaagbankjes, kaarsenstandaards en allerlei andere praktische gebruiksvoorwerken van het resthout gemaakt. Die werden verkocht en dat vulde de scheepskas aardig aan!