De alu-tjotter beleefde zijn premiere tijdens de Traditionele Schepenbeurs in Den Helder, afgelo- pen november. De reacties op het scheepje waren divers. ‘Dit kan toch niet’ en ‘een echte tjotter
is van hout’ waren veelgehoorde opmerkingen, naast ‘Best handig zo’n boot die je niet hoeft
te lakken’. Geestelijk vader Robert Vorstman stond iedereen vriendelijk te woord en had zijn verkoopargumenten paraat: de tjotter is onderhoudsvrij, maar zeilt minstens even fijn als een houten exemplaar. Onderwijl liet hij kinderen de tjotter als klimrek gebruiken, je hoeft er immers niet bepaald voorzichtig mee te doen.
Vorstman heeft een duidelijke visie, die soms zelfs naar een missie neigt: veel teveel mensen stappen tegenwoordig in een motorboot, dus moet je het zeilen zo gemakkelijk mogelijk maken. Immers ‘honderd meter zeilen is beter dan 5 kilometer varen in een motorboot.’
Boeier
De naam Vorstman is geen onbekende in de Spiegel. Veertig jaar geleden publiceerde vader Robbert Vorstman een serie artikelen over de allereerste jachthaven van de wereld, die ontstond in de zeventiende eeuw in Amsterdam. Vorstman was curator bij Het Scheepvaartmuseum en wilde gaan promoveren op het onderwerp. Daarnaast was hij eigenaar van de oudste boeier, de Bever. Zelf gaf Vorstman de boeier een andere naam, want hij vond dat hij de bewijsvoering omtrent de herkomst niet helemaal rond kreeg. ‘Hij was nogal een Pietje Precies,’ aldus zoon Robert. Lang verhaal kort: Vorstman jr. groeide tot zijn twaalfde op met de boeier, toen was zijn moeder het vele onderhoud zat en kwam er een polyester Contest 31.
Vorstman jr. bleef zeilen en stapte aan boord van de chartervloot, haalde zijn vaartijd en vaarbewijs en schipperde twee jaar op de Eersteling. ‘Tot ik helemaal klaar was met het varen met al die groepen.’ Tegenwoordig is hij kunstenaar met achter zijn huis vaarwater tot aan Purmerend.
Ontsnappingsmogelijkheid
Daar kwam hij weer in aanraking met de klassieke vormen op bootjesgebied, hij kon er een polyester tjotter overnemen. Deze polytjotters zijn enige tijd gebouwd door Bauke de Vries, in een oplage van circa dertig boten. ‘Toen mijn dochter lang ziek was bleek die tjotter de ultieme mogelijkheid om te ontsnappen aan de zorgen. Je hijst het zeil en je laat de hectiek meteen achter je.’ Het zorgde voor een Aha Erlebnis. Vorstman zag een kennis een retraite centrum openen in Italië voor gestresste Nederlanders en bedacht dat je alleen maar in een zeilboot hoefde te stappen om in eigen land op retraite te gaan. Buiten zeilers om leek iedereen welhaast vergeten hoe rustgevend het is om geluidloos het water op te gaan. ‘Het zeilen was een soort van vergeten groente geworden.’ Zeker in zijn eigen woonomgeving is het een en al sloepjes wat de klok slaat. ‘Er is bijna niemand meer die zeilt.’ De reden daarvoor zag hij ook: de meeste sloepen zijn volledig gericht op gebruiksgemak.
Vorstman begon te denken aan een oplossing: een onderhoudsvrije, duurzame boot met de aantrekkingskracht van een sloep en de voordelen van een zeilboot en liefst ook de vormen van een traditioneel schip. ‘Ik wilde iets extra’s brengen, iets wat er nog niet was.’