Stapvoets varen we achter een Zweedse politieboot aan. Het smalle water met beboste oevers lijkt op een stukje Eernewoude maar dan omzoomd met rotsachtige hellingen. Af en toe verschijnt er tussen de bomen een idyllisch houten huis in pasteltinten. We varen door de smalle geul van Baggenstäket en we zijn blij dat we hier geen veerboot tegenkomen.
Bij Dalarö zijn we de archipel van Stockholm binnengevaren, via Saltsjöbaden met zijn imposante houten villa’s. De toevallige escorte van de politieboot komt goed uit; in dit geultje heb je liever geen oplopers. Na een bocht wordt het water weer breed en verschijnen er steeds meer huizen op de rotsachtige, steile oevers. We varen onder een enorme geklonken boogbrug door en even later zien we het wijde water van Halvkakssundet voor ons en zoeken we onze weg tussen de talrijke veerboten. Aan de horizon zien we in een blauwachtig licht het silhouet van Stockholm.
Veilig
De Over-Vloed is vier weken eerder uit Lauwersoog vertrokken. De eerste drie weken voer Jouke samen met vriend Raymond het stuk naar Kopenhagen. Een traject dat we al vaker, ook met ons vorige schip De Goede Verwachting (nu Balder) hadden afgelegd. Toen keken we, zeilend op de Sont, vol verlangen naar de Zweedse kust. De stevige westelijke wind weerhield ons om de lager wal op te zoeken en we bleven veilig aan de Deense kant. Nu treffen we het: zuidelijke wind 3 à 4 Bft. Met ‘The Bridge’ – de Sontbrug – op de achtergrond zeilt de tjalk richting Zweedse kust naar de ingang van het Falsterbökanaal bij Höllviken. Een bypass die 20 kilometer westelijk van Trelleborg uitmondt.
Dan begint de lange tocht langs de Zweedse zuid-oostkust: groot water waar met oostelijke wind flinke deining kan lopen en een kust die vrijwel zonder eilanden is en dus weinig tot geen beschutting biedt. Op één dag na – schuilen bij Sölvesborg voor harde wind – verloopt de tocht voorspoedig met vooral ruime wind. Als Öland in zicht komt verwacht je dat je daar beschutting hebt, maar trechterwerking maakt dat hier flinke deining kan lopen. Voor de wind met de zeilen aan bakboord verloopt het stormrondje richting de haven van Kalmar niet bepaald rustig. Er is heel wat op te ruimen onderdeks…
Labyrinth
Boven Kalmar verschijnen steeds meer eilandjes en varen we de Zweedse ‘Skärgärd’ binnen: een gebied met duizenden eilanden in een labyrint van vaarwegen. Onze jongste zoon, die in Zweden woont, vaart een paar dagen mee. Bij het afmeren aan een verlaten steiger, waarvan niet helemaal duidelijk is of het is toegestaan, licht hij toe dat de Zweden zich niet heel snel over iets opwinden en dat, zolang je niet echt in de weg ligt, ze het gewoon tolereren. Deze gemoedelijkheid tekent de rest van onze reis: het voordeel wel- licht van een dunner bevolkt land.