‘Het leukste van de Bietentocht vind ik het zeilen. De liedjes en dansjes en het versieren van de bieten zijn ook leuk, maar het liefste zeil ik. Ik ga ’s zomers naar zeilkamp, daar heb ik al een paar diploma’s gehaald. Volgend jaar mag ik weer! Op de Festina Lente zeilen we ook lekker, maar soms is het een beetje saai. Dan vraag ik pappa of de kluiver erbij mag. Dat wil hij niet altijd, maar ik wel, want dan hebben we tenminste weer wat te doen en is de wedstrijd spannender.’
Wapke van de steilsteven Festina Lente is elf jaar en een van de jongste deelnemers aan de Bietentocht. Zodra we hebben aangelegd, kruipt ze als het even kan in de meegenomen Optimist, om in de haven tussen de grote schepen door te zeilen alsof ze nooit anders gedaan heeft. En op de slotdag presenteert ze met grote charme haar kunstig versierde en gesneden bietenfamilie, knus aangekleed voor een echte bietenmand. Wapke laat zo perfect zien waar het in de Bietentocht om gaat: zeilen en saamhorigheid. Een liedje zingen voor een andere bemanning of een stel suikerbieten versieren is even belangrijk als om het hardst naar de volgende haven zeilen. Wapke doet het laatste het liefst en ik zie haar al lachend aan het roer van haar eigen schip een toekomstige Bietentocht winnen, over een jaar of tien.
Opstappers
Ik vaar echter niet mee op de Festina Lente, maar op de Nova Cura, een zeetjalk uit 1912. Op de eerste dag van het evenement wordt die, samen met 23 andere schepen, met paarden naar Steenbergen getrokken, traditioneel het begin van de Bietentocht. Eigenaar Olaf is 78 en een fervent zeiler. Hij woont sinds anderhalf jaar in Schiedam op de Nova Cura, de Bietentocht is zijn eerste langere evenement. De twee andere opstappers komen uit Steenbergen en kennen de Zeeuwse wateren als hun broekzak. Vader Ad (74) voer er zijn hele leven als zandschipper, zoon David (53) verruilde het schippersbestaan voor een baan als surveyor. Hij keurde onder meer de Nova Cura, en toen dat contact beviel vroeg Olaf hem om mee te varen. Met vier mannen op leeftijd is de Nova Cura bepaald niet overbemand, maar Olaf heeft er alle vertrouwen in. De Bietentocht is tenslotte geen wedstrijd op het scherp van de snede.
De eerste ochtend waait het stevig, maar de temperatuur is aangenaam voor de tijd van het jaar. We stomen naar de plek waar de paarden en hun menners ons aan zullen haken, terwijl we een lange lijn klaarmaken, die vanaf de achterbolder – bij calamiteiten moeten we hem gemakkelijk kunnen losgooien – via een harpsluiting die hoog in de mast naar de paarden loopt. Minstens 50 meter lijn, is het advies van de organisatie.
Op het langs de oever slingerende jaagpad blijkt dat nog aan de korte kant, maar het gaat. Zodra de paarden zijn ingespannen beginnen ze te trekken. Hortend, want ze zijn het trekken wel gewend, maar niet dat de massa zich schuin achter ze bevindt en ook niet zomaar meegeeft. We geven daarom een klein dotje gas om ze op gang te helpen, en dan kan de motor uit.