Met het puntje van haar tong uit de mond draait een veertienjarige het houten stuurwiel van de 16 meter lange aak een kwart slag bij. Ze kijkt over haar schouder en geeft een beetje extra gas terwijl de zwarte aak die zij bestuurt langzaam achteruit de Nyhavn invaart. Het waait te hard en het is er te vol om het schip nog rond te krijgen en dus heeft ze met de schipper besloten achteruit de haven in te varen. ‘Neem maar wat gas terug en stuur nog een beetje meer naar stuurboord’ adviseert de schipper die met de handen op de rug naast haar staat. ‘En ik zou de fenders aan de andere kant laten hangen’. ‘Stootwillen graag!’, verordonneert de gelegenheidsstuurvrouw en meteen daarna herplaatst een aantal pubers de stootwillen. Op het voordek worden de trossen in gereedheid gebracht.
Kopenhagen
Niet veel later ligt de Philippine, het Jeugdschip van de KNZ&RV, in een precies passend gaatje aan de kade afgemeerd. Na twee en een halve week zeilen, vanuit Muiden, is de Philippine (koosnaam ‘PI’) met haar zestien opvarenden in Kopenhagen gearriveerd. Een dag later al vindt de bemanningswissel plaats: de retourploeg arriveert en de PI wordt overgenomen door de kersverse opstappers en hun leiding. De slaapplaatsen worden snel verdeeld, waarbij het merendeel van de kinderen in het ruime vooronder een kooi vindt. Maar ook in de salon zijn bedden te verdelen en wie wil mag ’s nachts aan dek slapen.
De volgende morgen worden de zeilen gehesen. Bij de mastlier staat een ‘treintje’ meiden en jongens paraat om het grootzeil omhoog te zwengelen. Wie uitgeput is wordt meteen afgelost. ‘Lange haren vast in een staart!’, is de standaard reminder van de instructeur, ‘anders komen ze in de lier!’, en ook het ‘luister of je steeds de tikkel (cq veiligheidspal) van de lier hoort!
Als het grootzeil staat kan met de rustige ruime wind zelfs de halfwinder gehesen worden. Kinderen in het net van de kluiverboom sjorren het zeil naar voren, de hijsploeg doet razendsnel zijn werk en op het achterschip roept de schipper ‘trim!”, waarna de kuiplier ratelt om de lijschoot binnen te halen. De 33 ton zware aak schiet vooruit. Met ruim zeven knopen ligt de boeg voor op koers Muiden. Nog bijna twee weken te gaan. Maar vanavond eerst een barbecue op een onbewoond eilandje.
De zee op
Over de Oostzee kronkelt de tocht naar het Noord-Oostzeekanaal en vervolgens over zee (makrelen vissen!) door de Duitse Bocht naar Nordeney en de Nederlandse Waddeneilan- den. De laatste etappe, binnendijks richting Muiden, voelt wat ongemakkelijk. Na weken op zout is er plots geen schuimend zeewater en getijdenstroom meer en straks volgt het uit elkaar vallen van de hechte club bemanning. De kinderen die ruim twee weken daarvoor onwennig vertrokken, zijn nu roerganger, zeiltrimmer, kwartiermeester, navigator, wachtschipper maar bovenal elkaars maatje. Nu zijn ze nog tieners tussen de 14 en 18 jaar oud: ‘later’ kunnen ze doorgroeien naar instructeur of schipper en hebben ze als twintigers de volledige verantwoordelijkheid over schip en bemanning.