Na de “prikactie” stond reparatie van het roer hoog op het verlanglijstje. Bij nader inzien zagen de voorste delen van het roer er toch slechter uit dan gedacht. Boven de waterlijn waren de naden aangetast en de kop boven het helmhout was ingewaterd, waardoor er scheuren waren ontstaan. Direct boven de waterlijn was achterstallig lakwerk, waardoor het eiken was ingevreten en naden waren aangetast. Maar dat was niet het enige, vreemd genoeg was het roerblad nog ernstiger aangetast, juist onder de waterlijn. Hier zat dus dat gat in het blad dat niet veel later werd overgebracht naar Scheepstimmerwerf ’t Berghout in Koudum.
Scheepstimmerman
‘Herstelt houten schepen, maakt masten, zwaarden & roeren’, staat er op het kaartje van Mendelts. Dat doet hij al sinds zijn studententijd. Tijdens zijn studie in Delft ging Wim op een oude tjalk wonen. Maar die moest nog wel eerst opgeknapt worden. Timmeren aan een oude boot beviel hem zo goed, dat hij zijn schooltas aan de wilgen hing. Schippers wisten hem al snel te vinden, om zijn handige en betrokken aanpak. Het begon met een roer. Een volgende schipper gaf hem opdracht voor de hele boel; rondhouten, zwaarden en roer. Zijn woonschip werd tevens de werkplaats. ‘In het begin had ik niks, geen ervaring, geen spullen, geen gereedschap, geen geld, maar wel veel passie. Zo ben ik van wal gestoken,’ vertelt hij.
‘Ik pakte alles aan, draaide mee op een werfje hier en in een werkplaats daar. Toen ik in de jaren tachtig met mijn tjalk afmeerde in de museumhaven van Rotterdam, werd ik direct benaderd voor de historische dwarshelling. Als hellingbaas en drijvende kracht heb ik daar veel ervaring opgedaan, zowel in hout als in ijzer. ‘Verzorgt onderhoud, techniek, smeed- en klinkwerk’, staat er verder op zijn kaartje. Als we een rondje over de werf lopen, opent hij de deur van zijn staalwerkplaats. ‘Bij rondhouten komt veel kijken, dat wil ik graag zoveel mogelijk in eigen hand houden, daarom maak ik het beslag veelal zelf.’