Decemberactie! Geef een (proef)abonnement cadeau

Oud hout voor jong volk

De Flitsklasse viert 65 jaar zeilplezier

Dit artikel is gepubliceerd in

Sinds 1959 hebben hele generaties aan het roer van een Flits gezeten. Ze leerden voor het eerst zelfstandig zeilen, in een jeugdbootje van 3,60 m lang, dat ook geschikt was voor zelfbouw. In de loop der jaren werden er maar liefst 1100 Flitsjes geregistreerd!

Na de Tweede Wereldoorlog was de Flits de eerste nieuw geïntroduceerde wedstrijdklasse van de Noord-Nederlandse Watersportbond (NNWB). Het was nog eens een jeugdboot ook. Een tegenhanger van die andere jeugdboot, het “Pluisje”. Deze laatste werd in het noorden als te duur afgedaan en te weinig geschikt geacht voor grotere meren. In het leidende watersportblad De Waterkampioen werd de neus een beetje opgetrokken voor de Flits. Maar in de Golfslag, het tijdschrift van de Unie van Watertoeristen en de NNWB, was men lovend over de jeugdboot die ook bedoeld was om zelf te kunnen bouwen. Het prototype ontstond in 1958 en de originele tekeningen hiervan bevinden zich in het Fries Scheepvaartmuseum. De uiteindelijke Flits is wel eleganter geworden. Was de Flits eerst een Noord-Nederlandse klasse, toen de NNWB opging in het KNWV (2004) mocht de Flits ook nationale klasse zijn.

Vader en dochter
De bedenker, tandarts Max Breuning uit Leeuwarden (1921-1991), had zijn sporen in de zeilsport ruimschoots verdiend. Breuning was Valkzeiler en lid van de technische commissie van de NNWB. In de jaren vijftig van de vorige eeuw zal hij ongetwijfeld het gevoel gehad hebben dat zijn kinderen Margot en Hero een eigen jeugdboot moesten hebben. Bij voorkeur een soort verkleinde Valk. Margot (1949) vertelde ons hoe de Flits ontstond. Haar vader had, met de Valk als voorbeeld, een hechthouten knikspantboot voor ogen. Met gaffeltuig. Een gedachtegang die de NNWB omarmde. Breuning wist zijn ideeën weliswaar goed te verwoorden, maar zag geen kans die te vertalen naar een ontwerp. De eerste tekening met de projectnaam ‘Jeugdklasse’ werd daarom gemaakt door de bekende jachtbouwer G.S. Kroes uit Kampen. Aan de hand van zijn opzet tekende jachtbouwer L. Stelwagen uit Grou vervolgens het definitieve ontwerp.

Dankzij dochter Margot, toen nog een lagere schoolleerling, kreeg de Flits toch een torentuig. Het leek haar mooier en beter hanteerbaar. Omdat de Flits bedoeld was voor zelfbouw en betaalbaar moest zijn, vervolgens ook nog eens jeugdboot moest zijn, werd er verregaand nagedacht over een zo eenvoudig en haalbaar mogelijk ontwerp. Niet alleen de boot, maar zelfs het beslag moest door een amateur gemaakt kunnen worden en de mast moest door een jeugdige schipper zelf gezet kunnen worden. Daarom werd de constructie met een soort kam als mastvoet bedacht, met een bout onder in de mast die als mastbout dient.

Ruitje

Dat Margot de tuigvorm bedacht schreef ik hiervoor al, de gewoonte van haar moeder altijd Wybertjes te snoepen was de reden dat het zeilteken een ruit werd. Haar broer Hero was de naamgever van de nieuwe boot. Toen de tekeningen bij de heer Stelwagen bekeken werden en er over de naam gesproken werd, onweerde het. Een bliksemflits gaf naam aan de Flits. Margot en Hero Breuning kregen later Flits 25.

 

Benieuwd naar de rest van het verhaal?

Spiegel der Zeilvaart 06/2024

Spiegel der Zeilvaart 06/2024

Bestel en lees verder ›

© Spiegel der Zeilvaart 2021 | Privacybeleid | Voorwaarden | KVK: 56569599 | BTW: NL001796638837 | Bank: NL54RABO 0326 3406 45

Ontwerp en onderhoud door MKB Watersport