‘Ondanks de formuleveranderingen in 2021 zijn er vorig jaar geen nieuwe zeilen geleverd’, zo vertelt Marcel de Jong van De Vries Sails in Makkum. ‘Voor dit seizoen is dat rechtgezet; wij maakten voor vier skûtsjes de nieuwe tuigen. Earnewâld, Akkrum, Sneek en Drachten legden hun wensen bij ons neer. Dat moesten ze al vrij snel na het wedstrijdseizoen van 2022 doen, omdat de productie van skûtsjezeilen veel tijd in beslag neemt.’ De Vries kan van september tot maart die zeilen maken, daarna leggen alle 22 medewerkers zich volledig toe op de jachtzeilen. Sipko Zwart van De Vries Sails is de zeilontwerper, maar zijn mogelijkheden zijn aan regels gebonden: ‘Veel ligt vast in het handboek van de SKS,’ zegt hij. ‘Het silhouet is beschreven, het grootzeil is donker en de fok wit. Het maximale zeiloppervlak van elk skûtsje ligt ook vast, maar daarbinnen zijn toch legio keuzes te maken en voorkeuren aan te geven.’ Wanneer een schipper naar Makkum gaat om met Sipko door te nemen wat hij wil, heeft Sipko alles al opgemeten. De gieklengte, de lengte van het voordek, de overloop en de driehoek van de fok zijn al bekend. Ook de voorstagspanning is bekend, zodat duidelijk is hoe ver de fok doorhangt. Als uitgangspunt voor het ontwerp neemt Sipko ongeveer windkracht 4 en dan varieert de stagspanning tussen de 800 en 1100 kilogram.
Praten over een gevoel
‘Wanneer ik met de schipper en zijn adviseur of een bemanningslid om de tafel gaan, weet ik ook alle andere specificaties van zijn schip. Het aantal vierkante meters is bekend en ik heb dat gecheckt bij de SKS. Schippers weten goed wat ze willen, ook al omschrijven ze dat niet technisch, ze praten over een gevoel. Ze vertellen me wat er niet lukt met het schip en geven aan wat het nieuwe tuig moet doen. Het skûtsje moet sneller aanspringen bij een vlaag of hoger kunnen lopen of meer druk op het roer geven of alle drie en meer.’
Tijdens ons bezoek aan De Vries Sails was Anton Belksma bezig met het snijden van het grootzeil van De Sneker Pan, het skûtsje van schipper Jappie Visser. ‘Jappie kwam met adviseur (ook heit, vader, en oud-kampioensschipper) Douwe Visser langs,’ gaat Sipko verder. ‘Zij wisten hun gevoel duidelijk te verwoorden en dat vertalen we dan in de diepte van de bolling in het grootzeil, waar die bolling precies moet komen, hoe de curve (ronding) van het voorlijk moet lopen en hoeveel twist er in het grootzeil moet zitten. We beginnen niet helemaal blanco, maar starten met een basisprofiel en van daaruit verfijnen we de variabelen, totdat het naar de wens is van de opdrachtgever. Tijdens dit proces houd ik de grenzen van wat kan goed in de gaten. Het ontwerp van het zeil wordt zo heel exact uitgewerkt, tot op de vierkante millimeter.’