De 15,85 m lange loodskotter nr. 1 Alpha werd in 1904 gebouwd voor loods William Prosser. Hij wilde een kotter die sneller was dan die van zijn collega loodsen. De loods-eigenaar, gekleed in zwart pak en met hoge hoed, had de salon als eigen verblijf aan boord, terwijl de schipper de beschikking had over het achterverblijf bij de kajuitingang en zijn maat had een verblijf in het vooronder. Schipper en maat zeilden de kotter, de loods bemoeide zich er niet mee. Eenmaal bij een binnen te loodsen zeeschip aangekomen werd de loods in een jol overgezet en de loods moest precies op tijd de touwladder zien te pakken. Dat gebeurde niet zonder gevaar!
De maat roeide of wrikte terug naar de kotter. Meestal werd, indien het weer het toeliet, de loodsjol aan een lange sleeplijn al gierend naar het te beloodsen schip gebracht (met de wrikriem), zodat de verbinding met de kotter niet verbroken hoefde te worden. Menig keer moest de kotter zonder jol terug naar de haven en moest de knecht met de loodsjol zelf maar aan de wal zien te komen. Dit gebeurde voor- al bij dichte mist. Indien alles volgens plan verliep werd de jol weer aan dek gezet en voer de loodskotter ofwel achter het schip aan, of ze werden gesleept. Dat slepen gebeurde vaak boven de eigen rompsnelheid.
Het Kanaal van Bristol is een van de moeilijkste vaargebieden voor zeeschepen, vanwege de verraderlijke vaargeulen en steeds veranderende zandbanken. Het verschil tussen eb en vloed loopt er op tot 13 meter! De stroomsnelheden zijn enorm. Dan moest je als loods een snel en goed zeilend schip hebben om vrij te blijven van de lagerwal, zeker met een zeilschip zonder motor. William Prosser was zeer succesvol en in 1924 verkocht hij zijn kotter. De nieuwe eigenaar bouwde het schip om tot jacht. Loodskotter nr. 1 had daarna een aantal opvolgende eigenaren. Ook werd er regelmatig mee gecharterd met gasten. Het schip was vaak succesvol in wedstrijden, want ook als loodskotter was het al de snelste kotter van de vloot.
Aankoop Bristol Channel Pilot Cutter
Toen Willem Scholtes – de huidige eigenaar – zijn vijftigste verjaardag kon vieren, was hij het maken van werkweken van tachtig tot over de honderd uur zat. Hij verkocht zijn bedrijven en ging op zoek naar een schip om zijn passie voor zeezeilen te kunnen volgen. Na zorgvuldig zoeken en schepen bekijken vond hij in 2004 de voormalige loodskotter nr. 1 in een droogdok in Gloucester. Na overleg met experts kocht hij het schip en maakte haar vaarklaar voor reizen over zee. De scheepsnaam was altijd al Alpha, vanwege loodsvergunning nummer 1.
