‘De eenzame zee ken ik wel. Op de Atlantische routes die wij volgen, zeilend met de winden mee, tref je soms weken geen enkel ander schip. Op de koopvaardij is het een stuk drukker. Indertijd had je bovendien nog Scheveningen Radio, met dagelijks nieuws op de korte golf en coasterkapiteins die ’s avonds onderling een praatje pot hielden. In dat opzicht is de zee voor zeilschepen, zeker als ze geen internet aan boord hebben, eenzamer geworden dan vroeger. Tegenwoordig is er alleen nog de BBC Worldservice en verder alleen maar Chinees en Russisch op de korte golf. Maar een leven lang vrachtvaart zou ik niet vol kunnen houden, daarvoor vind ik het sociale leven aan boord met een grotere bemanning en passagiers veel te boeiend. De zeilschepen waarop ik gevaren heb zijn daarvoor de ideale omgeving. Van de botters waarop ik begonnen ben, tot aan de grote dwarsgetuigde schepen waarop ik ben terechtgekomen.
Ik wist al dat ik naar zee wilde toen ik een jaar of vijf was. Mijn ouders rookten niet, maar bij Captain Grant tabak kreeg je plaatjes van schepen. Die spaarde ik. En mijn beide opa’s hebben gevaren, dus het zat wel een beetje in mijn bloed, denk ik. Ik groeide op in Gaasterland, een bosrijke omgeving tussen de Friese kliffenkust, de Fluessen en de Morra en de Luts, allemaal water waarop ik ’s zomers kanode en zeilde en ’s winters schaatste. In mijn geval trok het water al vroeg – en het is dat altijd blijven doen.’
Vrijheid
‘Tegenwoordig de wereld volgen als je aan wal bent, dat is een dagtaak waar je gek van kunt worden, zoveel informatie komt er op je af. Maar als je terugkomt na vele weken op zee, is de wereld meestal nog precies hetzelfde als voor je vertrek. Met je bemanning op zee ben je vrij, dat is een eigen wereld. Als je daar de leiding over hebt en de boel een beetje kunt sturen, gaat het om samenwerking en sfeer. Op de Europa is de voertaal Engels, de vaste bemanning bestaat al gauw uit tien nationaliteiten of meer. Uit Nederland komen wel mensen van de bruine vloot, maar die zijn niet in de meerderheid. Zoveel nationaliteiten, dat geeft een heel eigen dynamiek. Ook dat is vrijheid; je maakt je eigen regels en omgangsvormen. De gasten en trainees worden daar als vanzelfsprekend onderdeel van.