In 1996 tekende Hoek Design een ontwerp van een grote, 18,40 meter lange schokker. Eigenaar Jan de Graaf wilde een plat- bodemjacht waarmee hij verre reizen kon volbrengen met weinig bemanning. Hij had jaren met zijn vader gezeild op diens Lem- steraak, maar zocht een zeewaardiger schip. Dan kom je al snel uit bij een schokker, dus de keuze voor een ontwerp van dit type was snel gemaakt. De romp liet Jan bouwen bij Dick Kloos in Leiden en die werd door Dörr Jachtbetimmering in Lemmer afgetimmerd. De eerste reis op zee betekende meteen een vuurdoop, want tijdens de Colin Archer Memorial Race van Lauwersoog naar Larvik in Noorwegen kwam het schip in een storm terecht met uitschieters naar 8 à 9 Bft. De helft van de deelnemende moderne schepen gaf op, maar Pattimura, zoals de schokker toen heette, zette door en haalde, ondanks de nodige schade aan het tuig, de finish. In SdZ 1996.10 is van deze episode een uitgebreid verslag te lezen.
Daarna volgden jaren van nog meer verre rei- zen. Uiteindelijk belande het schip zelfs op de Balearen waar het drie jaar een ligplaats had. Nadat de schokker weer terug was gezeild naar Nederland verkocht De Graaf het schip, maar de laatste jaren lag zij in een loods te verstoffen. Daar vond Johan van den Bruele haar in 2018.
Jong naar Amsterdam
Johan van den Bruele is niet de eerste de beste watersporter. Zoals zoveel watersporters begon hij in een Piraatje. ‘Daarna een zeilkano, en toen een BM. Maar daarna ben ik eigenlijk heel snel overgestapt naar motorboten’, vertelt hij. ‘Ik ben heel jong het huis uit gegaan om in Amsterdam te gaan werken. Eerst bij een studenten uitzendbureau dat ik al twee jaar later overnam.’ Daarna ging het snel. ‘Ik heb een tijdje in de tandheelkundige apparatuur gezeten en nadat ik mijn eigen huis had gebouwd merkte ik dat organiseren in mijn DNA zat.’ Van den Bruele was 32 toen hij zich in 1980 als projectontwikkelaar vestigde. Daarin was hij jarenlang zeer succesvol. Binnen een paar jaar was hij betrokken bij projecten van tientallen miljoenen, dat deed hij zo 30 jaar lang.
‘Op een gegeven moment had ik een huis in Zuid-Frankrijk met de bijbehorende motorboot. Maar ik wilde eigenlijk altijd een klassiek schip hebben en via De Valk ben ik gaan kijken naar de Iduna die toen in Antibes lag. Dit was een in 1938 voor Philippus van Ommeren en door De Vries in Aalsmeer gebouwde motorsailer van ruim 30 meter. Het was het eerste door Feadship gebouwde superjacht en deel van de Nederlandse jachtbouwhistorie.’ Toen het schip na de aankoop echter in Viareggio in Italië arriveerde voor de refit bleek het in zeer slechte staat te verkeren – het was min of meer op de verf blijven drijven! Het was een wonder dat het onderweg niet compleet was gezonken.
Van den Bruele liet het schip op de kant zetten en begon ter plekke een restauratiewerf. Twee jaar later, in 2001, werd het praktisch volledig herbouwde schip weer als nieuw te water gelaten.
Big Class
Johan kreeg de smaak van het restaureren nu echt te pakken en kocht in 2001 de romp van de gaffelkotter Lulworth die in La Spezia op de kant stond weg te rotten. Dit jacht (bouwjaar 1920) is met haar lengte over dek van 38 m en lengte over alles van 46,5 m de grootste nog bestaande gaffelkotter.