Het Westland is het gebied tussen Den Haag, Delft, Rotterdam en Hoek van Holland. Rond 1800 ontstond in deze tamelijk geïsoleerde streek een lang, smal en laag vrachtscheepje, de westlander. Het scheepje heeft een karakteristieke boeg, alsof die bolle wangen heeft, omdat de boorden bij de schuin oplopende steven iets naar achteren terugvallen. De lengte/breedte verhouding van westlanders is 5 op 1 en kan oplopen tot 7 op 1. Smal, zodat in kleine vaarten gevaren kan worden. Door een contragewicht is de mast gemakkelijk te strijken. Er zijn geen gangboorden, om het ruim hoger te maken zijn op de boorden opzetbare houten schotten gemonteerd, de steekleren. Hierop en op de merkels (gootvormige dwarssteunen) rusten de luiken. De mast is zo lang dat het toe- gangsluik op de roef vrij blijft zodat de schipper vanuit het luik kan blijven sturen. Dat is een groot voordeel bij het passeren van lage bruggen. De kruipruimte van de westlander is maar circa 1,50 meter.
Historie en gebruik
Westlanders werden aanvankelijk in hout gebouwd, vanaf 1870 gebeurde dat in ijzer tot circa 1920. Daarna kwam een ander scheeps- type in zwang, de kagenaar (zie kader). De meest gangbare westlander was circa 14 m lang, had een breedte van ongeveer 2,50 m en kon 17 ton lading vervoeren. Kleinere en grotere westlanders waren er ook.
De lading van de westlander was direct verbonden met de lokale economie. Vrijwel alle tuinbouwbedrijven lagen aan het water. Vooral mest, groente en zand werden vervoerd. De schippers waren kort van huis, als het nodig was sliepen ze in het roefje. Schepen groter dan 17 m en een laadvermogen van 25 ton voeren ‘Overmaas’, ze speelden een rol in de vrachtvaart op de Zuid-Hollandse Eilanden. Ook werd wel graan vanuit de Rotterdamse haven naar bijvoorbeeld Leiden vervoerd. Westlanders van 25 tot 40 ton voeren ook wel in de landelijke vaart.
Restauraties
De meeste nu zeilende westlanders zijn zelfstandig of met hulp van een werf gerestaureerd. De wat grotere schepen werden vaak als woonboot gebruikt, de kleinere hadden als wrak, half gezonken en vergeten in een of andere sloot gelegen. Vervangen van spanten en plaatwerk was meestal wel het minste wat er moest gebeuren. Maar iedere restauratie heeft wel zijn eigen verhaal, één behandel ik daarom meer uitgebreid.