Alhoewel Tony Brundel (73) het zwaar verwaarloosde casco van zijn blazer pas in 2002 kocht, had hij er al op jeugdige leeftijd een foto van gemaakt, toen hij in Leiden op zoek was naar een skûtsje. Het is hem al een paar keer eerder in zijn leven overkomen dat hij een foto maakte van een schip dat hij mooi vond om het vele jaren later uiteindelijk te kopen om het vervolgens te restaureren. Een van de schepen die er wat dat betreft uitsprongen is deze blazer.
Hij was het schip na Leiden ook al eens in Arnhem tegengekomen op een werf. De toenmalige eigenaar, Roel Kok, had het gekocht om het op te knappen, maar het project strandde bij gebrek aan financiën. Later stond het op de wal bij Scheepswerf Nieko in Franeker. Bij Nieko werd het doorgeroeste vlak van 6 mm vervangen door een plaat van 2 cm dik, zo had Tony meteen voldoende laag geplaatste ballast, op het oude vlak lag nog cementballast. Over het algemeen waren de spanten nog goed, ook de kop was nog redelijk, maar onder het berghout en in de kont moest het een en ander worden vernieuwd. En boven het berghout moest alles worden vervangen. Er was ooit een motorkont achter de zeilkont gelast en toen de motorkont werd verwijderd, bleek de zeilkont nog in redelijke staat, daarover schreven we al in 2006.
Restauratie
Opvallend aan de blazer zijn de fraaie S-vormige spanten in het achterschip die het water goed loslaten van de geveegde kont. De diepgang is 1,12 m, maar om de schroef zo diep mogelijk te plaatsen is de hak verlaagd tot 1,34 m diepgang. Bij het aan de grond lopen op het Wad blijft het schip dus op de hak hangen en niet op de kop, hetgeen een hinderlijk ronddraaien veroorzaakt, want dan lig je direct weer in tegengestelde vaarrichting!
Nadat alle laswerk klaar was, werd alles gestraald en in een tweecomponenten verfsysteem gespoten. Eindelijk werd het casco naast het huis van de Brundels in Gaastmeer afgemeerd en kon het afbouwen beginnen.
Tony heeft zijn leven lang schepen opgeknapt, ze gerestaureerd en eraan getimmerd en ermee gezeild, natuurlijk. Nog maakt hij graag een nieuw luikje voor een schip of iets anders. Zo begon hij bij de blazer aan de onderkant van het dek, dat werd voorzien van een laag schuim voor isolatie. Isolatie van de romp durfde Tony niet aan, want bij het skûtsjesilen in de IFKS-klasse, waarin hij tot vorig jaar fanatiek zeilde, loop je wel eens een buts op en dan moet er gelast worden. En lassen aan een met schuim geïsoleerd schip is vragen om brand aan boord.
Ik was al eens eerder op de blazer en toen was Tony met de kombuis bezig. Om in de hoek aan bakboord maximale hoogte te krijgen werd een spant weggelaten, zodat je op het vlak aan de kombuis kan staan, zo heb je net iets meer stahoogte. Daar is ook de ingang in het kajuitschot voor de tweepersoonshut onder de kuipvloer.
