‘Jaah, daar in de buurt…’, reageert Tsjerk Hesling Hoekstra ontwijkend op de vraag of hij door de Kromme Balg is gevaren. En inderdaad, op de AIS-track van de eilandhopper blijkt hij zich weinig te houden aan de boeien van de vaargeul. ‘De Willem Jacob steekt een meter’, legt schipper Hesling Hoekstra uit, ‘…het grappige is dat je scherp aan de wind kunt zeilen met heel weinig water onder het vlak. De bodem van het schip zuigt zich als het ware vast aan de bank. De zwaarden doen dan helemaal niks. Dus wij zitten regelmatig flink ver van de geul. Zodra dat zuig-effect weg is omdat het weer dieper wordt moet je wel een zwaard steken. Maar dan ben je het schip even helemaal kwijt. Dan duurt het flink wat tijd voordat je weer hoog aan de wind zeilt.’
In de zomermaanden onderhoudt de Willem Jacob een zeilende veerdienst tussen de Waddeneilanden Tsjerk: ‘Dat doen we al zo’n jaar of twaalf. Het idee komt van Jurriaan Hartog, die vaart op de Phoenix met zijn project ‘Geluksschip’. Hij wilde backpackers op een andere manier Nederland laten zien. Bijvoorbeeld door van eiland naar eiland te ‘hoppen’. Jeugdherbergorganisatie Stayokay had daar ook interesse in. Jurriaan wilde zelfs een varende Stayokay beginnen maar dat ging de organisatie iets te ver. Nu varen we heen en weer tussen de hostels. De Willem Jacob is niet het enige schip op de route. ‘Tot twee jaar geleden voeren wij ook nog tussen Amsterdam en Terschelling. Dat werk is nu overgenomen door de Avontuur van Tom Lamsma en Marleen Visscher. En de klipper Minerva vaart hetzelfde traject als wij maar neemt ook vaak Harlingen mee. Op de Minerva varen verschillende schippers.’
Steuntje in de rug
De Willem Jacob komt over een leeg Wad vanonder Terschelling aangegleden, duidelijk een snelle zeiler. Kruisen in de steeds smaller wordende geulen is voor de Willem Jacob geen probleem, de klipper wordt geholpen door het afgaande water. Terwijl de noord- westelijke wind tegen staat, geeft de stroom een extra zetje in de rug. Toch is het water al te veel gezakt om door de ondiepe Riepel te gaan. Schipper Tsjerk kiest voor de Slenk.
Als eilandhopper vormt het schip een duurzame vaarverbinding tussen de eilanden. Schipper Hesling Hoekstra is purist genoeg om z’n tochten zoveel mogelijk zeilend af te leggen. Zo liet hij het anker de vorige avond na een lange zeildag pas om half een ‘s nachts vallen. Maar nu de zon gaat zakken overlegt hij toch even met de passagiers. Het blijkt dat de backpackers aan boord hun tent nog moeten opzetten op Terschelling. Ze willen dat voor donker doen. Een compromis is snel gevonden, de motor gaat bij op de stukken tegen de wind. Strijken doet Tsjerk pas in de luwte van de haven.