Het branden van gangen voor de huid van een schip wordt al heel lang toegepast. Aanvankelijk gebruikten de houtbouwers bossen riet en later ging men gebruik maken van een gasvlam. In de jaren zestig maakte Theo Kampa nog foto’s van de vader van Henk van der Meulen terwijl hij met een bos riet een gang van een Fries jacht aan het branden was. Als je maar lang genoeg warmte en ook vocht toevoegt krijg je zelfs de zwaarste delen gebogen. Voor een drie duims vlakdeel (ca. 7 cm dik) ben je langer bezig dan een duim dikke gang.
Voorbereiding
Bij het restaureren van een oude Pampus bij het ABC bleek dat de kielbalk in zijn geheel vervangen moest worden. Studenten hadden de oude kielbalk er voorzichtig uit gesloopt en een mal gemaakt, zodat de juiste kromming van de nieuw te maken kielbalk kon worden gecontroleerd. Er werd een fraai eikenhouten deel besteld en hierop werd de nieuwe kielbalk afgetekend. Aan alle kanten werd een ruime marge gehouden, zodat de kielbalk, eenmaal gebogen, mooi pas gemaakt kon worden tussen de zandstroken (de eerste huidgangen). Bij een nieuwe Pampus, zoals beschreven in Spiegel 3 van dit jaar, stelde bouwer Jeroen de Groot de kielbalk samen uit twee delen die die hij in de bocht verlijmde. Bij een restauratieproject zou je, net als bij nieuwbouw, de kiel er droog gebogen in kunnen lijmen. Dit is echter niet verstandig, omdat er dan nogal wat krachten op de oude constructie worden uitgeoefend en die kunnen tot ernstige vervormingen leiden. Vandaar dat besloten werd om de nieuwe kielbalk in de juiste kromming te gaan branden.
Al doende leert men…
Goed branden leer je alleen door het regelmatig zelf te doen, Je moet leren aanvoelen hoeveel warmte je toe kunt dienen, zonder dat je het hout te veel verbrand. Geblakerd hout moet je nadat alles de juiste bocht heeft, weer schoonschrapen met een scherpe krabber. Het is geen mooi gezicht als je in je schip altijd aan moet kijken tegen een geblakerde scheepshuid.