‘Alletta en ik hadden de wens wat verdere zeilreizen te gaan maken,’ begint Henk van der Meulen. ‘We zeilen veel in onze kajuitschouw, maar voor de Oostzee en andere verre oorden is een scherp jacht geschikter. Maar voor de zevende generatie van onze familiewerf, want dat ben ik, moest dat dan wel een houten jacht zijn. Ivor had geen bestemming voor de Van de Stadt en na een gesprek met de eigenaar konden wij het schip overnemen. Er moest nog wel wat aan het schip gebeuren, maar dat is mijn vak.’
Op 30 juli 2019 werd de Van de Stadt op de werf in Sneek afgeleverd. Henk had net een aantal bokken gekocht waar boten met vaste kiel op konden staan. Eén van die bokken was aange- past, zodat er vier losse wielen onder konden waarmee de Van de Stadt verplaatsbaar werd. De aanwezigheid van dit klassieke jacht boorde meteen een nieuwe markt aan, namelijk die van restauratie van schepen uit de ‘scherpe’ markt. Met de vorige eigenaar spraken ze af dat hij tijdens SAIL 2020 mee zou varen op het volledig gerestaureerde jacht. Dat liep even anders. Corona kwam voorbij en de restauratie bleek wat meer tijd te nemen dan ingeschat.
Goede basis
Henk vermoedt dat de Royal Dutch – zo heet dit type Van de Stadt – uit 1961 stamt, maar zeker weten doet hij dat niet, want over de historie is niet veel bekend. (Volgens het handboek E.G van de Stadt, Pionier in jachtontwerpen stamt het ontwerp uit 1963 – red.) In het schip vond hij een stuk schilderstape vastgeplakt op een lat met daarop de tekst: ‘This vessel ‘Kyrnos’ is owned by G.H. Mulder Loenen a/d Vecht The Netherlands 1983’. Als iemand hiermee op een spoor is gezet, dan willen Henk en Alletta graag het verhaal over hun boot horen.
In Workum was de kuip al gestript en hadden leerlingen stuurboord achter al een aantal nieuwe gangen in de romp gezet. De basis van dit bijna zestig jaar oude jacht was goed. Alleen hadden alle gelamineerde leggers last van delaminatie en sommige vielen letterlijk uit elkaar. ‘Die hebben we als eerste vervangen door massief eiken exemplaren,’ vertelt Henk. ‘De kuip was al leeg en de oude motor was er ook al uit, dus het vervangen verliep aardig vlot. Een nieuwe motor leek ons veiliger, identiek aan de vorige, zodat we de oude motorsteun konden hergebruiken. Na het vervangen van de leggers was de stevigheid ook weer terug in het schip.’ Nu kon het opbouwen beginnen, deels zoals dat oorspronkelijk was bedacht en uitgevoerd, deels naar eigen inzicht om de boot moderner en comfortabeler te maken.
Henk nam de kuip als eerste onderhanden. ‘Van oudsher zaten er in de kuip twee langsbanken, een achterbank en een brugdek. Het brugdek hebben we weggelaten. Voor de kajuittrap zit nu een lage instap, wat het in- en uitstappen van de kajuit veel makkelijker maakt. De opstaande rand is nu zo’n 15 centimeter hoog, dus mocht er water in de kuip stromen, dan staat niet meteen de kajuit blank.