Twee studenten van het HMC, het Hout- en Meubileringscollege in Rotterdam, Axel Wijnmalen en Lukas Zandbergen, hebben een hoogaars gebouwd. Een echte, alleen een beetje teruggeschaald naar de handzame lengte van 5,20 m, bij een breedte van nog geen 1,80 m. Die breedte was belangrijk, want de heren moesten hun boot door de deuren van de school krijgen en de decaan wilde niet de zaag zetten in het vastgoed van het HMC.
Axel en Lukas zijn zowel ambitieus als eigenzinnig. De meeste studenten zouden zich aanpassen aan de wensen van arbeidsmarkt. Veel HMC-ers die afstuderen worden vlot weggekaapt door de bekende superjacht- bouwers – die staan meestal al personeel te werven tijdens de presentatiedagen van de afstudeerprojecten – maar Axel en Lukas kozen een ongebruikelijke weg door aan de slag te willen met “zwaar hout”.
Gegrepen door het scheepstype
Arjen Waaijenberg is docent op het HMC en begeleidde Axel en Lukas. Tijdens zijn lessen materiaalkennis sprak Waaijenberg zo enthousiast over zijn eigen bootbouwprojecten, dat Lukas wel eens op zo’n houtwerf wilde kijken. ‘Ik weet nog wel een plek,’ zei Waaijenberg en hij legde contact met Cees Droste, die op dat moment hielp bij de restauratie van de hoogaars Atalante. ‘Ik kon daar in de winter een korte stage lopen en toen lagen er 4 of 5 houten hoogaarzen voor de wal,’ vertelt Lukas. Hij werd meteen gegrepen door de bijzondere vorm van dit scheepstype. ‘Axel had eigenlijk altijd al een fascinatie voor houten schepen, dus het was heel makkelijk hem over te halen om in een hoogaarsproject te stappen.’ Alleen was een Zeeuwse hoogaars met een minimale lengte van 9 meter veel te hoog gegrepen (en ook niet te realiseren binnen de school). Gelukkig voor de heren bestaat er ook nog een kleinere variant: de Kinderdijkse hoogaars. Dat was vroeger veelal een open scheepje met een lengte van ca. 7 à 8 m. Anders dan de grotere variant is het niet koplastig en heeft het ook geen vissend roer. In het Maritiem Museum in Rotterdam ligt een tekening uit 1863 die al eens in 2012 gebruikt is om een Kinderdijker te bouwen (zie SdZ 2012.1). Deze tekening gebruikten de twee als uitgangspunt voor hun project Zeeduivel.
Ongebruikelijk
Voor het HMC Rotterdam was de Zeeduivel wel een ongebruikelijke afslag. Voor de studenten die zich vanuit de basisopleiding specialiseren in het scheepstimmervak is het weliswaar de bedoeling dat ze een boot bouwen als eindproject, maar tot nu toe bleef dat beperkt tot kano’s of een kleine speedboot. Een techniek als het branden van centimeters dikke gangen (of boorden zoals ze bij een hoogaars worden genoemd), dat was nieuw.
