De voorzitter van de Norfolk Heritage Fleet Trust, dominee Neville Khambatta, heeft amper tien minuten aan boord doorgebracht om mij en mijn gezin instructie te geven en laat ons daarna aan ons lot over. Nu moet ik deze 9 meter lange houten boot zelf besturen, varend over een smalle waterweg in een vlagerige wind, terwijl een constante stroom motorboten ons in beide richtingen passeert. Over het algemeen ben ik een behoorlijk zelfverzekerde zeiler, met duizenden mijlen in mijn broekzak op allerlei soorten jachten – maar het grootste deel daarvan heb ik op zee afgelegd. Zeilen met een zware, gaffelgetuigde boot op een smalle rivier, omringd door weilanden, is een nieuwe ervaring en geeft me het gevoel een beginneling te zijn. Als een vis op het droge.
Vloot uit de jaren dertig
Onze huurboot was de laatste toevoeging aan een unieke vloot zeilboten die gestationeerd is bij de Hunter’s Yard, nabij Ludham aan de Norfolk Broads. Dat gebied, gelegen net achter de oostkust van Engeland, op nog geen 120 mijl van IJmuiden, kun je het best vergelijken met maar één ander gebied: Holland. Het is net zo plat en telt vele meren die verbonden zijn met riviertjes. In het verleden liepen Hollanders hier de deur plat, thuis als ze zich voelden in dit zompige landschap. Geen wonder dat windmolens er net zo ‘gewoon’ zijn als aan de overkant van de Noordzee.
Hunter’s Yard exploiteert 14 Broads-jachten in drie maten, samen met acht open boten – “halfdeckers” – als dagzeilers, om nog maar te zwijgen van verschillende jollen die te zien waren in de verfilming van Arthur Ransome’s Swallows and Amazons uit 1974. Bij elkaar zijn dat ongeveer 25 traditionele houten boten, beschikbaar voor iedereen met de nodige zeilvaardigheden. Bijna alle jachten op de Hunter’s Yard werden in de jaren dertig en veertig gebouwd door Percy Hunter en zijn zonen Cyril en Stanley. Percy was een visionaire botenbouwer die voorzag waartoe het nieuwe fenomeen ‘vakantie’ zou leiden: een hausse aan toeristen in de Norfolk Broads. Hij bouwde zijn eigen vloot charterboten, voordat het Britse publiek naar het buitenland gelokt zou worden met de belofte van altijd zon en souvlaki.
