In SdZ 2005.9 beschreef Theo Kampa al de bouw van de 7,50 m lange Raven van Fred Schotman, een klassieke S-spant van 7,50 m. In SdZ 2012.1 en 2 konden we genieten van de lijnen van de Chesapeake Flattie, een sharpie-achtige waddenboot van 7,50 m bij een diepgang van 0,40/1,20 m. De verkoopadvertentie stond in de laatste Spiegel en de boot was al voor het verschijnen van het nummer verkocht. Ik heb de indruk dat het bouwen aan een schip hem evenveel voldoening geeft als het varen ermee. Maar waarom nu een ontwerp van Harrison Butler?
Fred antwoordt: ‘Samen met mijn vriend Peter Morée kocht ik eens een Harrison Butler, genaamd Yarinja, in Engeland. De voortekenen waren slecht: de boot stond namelijk te koop naast een kerkhof in St Peter Port. Om hem naar Nederland te zeilen, moesten we eerst druk in de weer met duct tape om alles waterdicht te maken. Al na een paar dagen konden de pompen het niet bijhouden en we besloten het scheepje op het strand bij Cherbourg te zetten. Daarna bestelden we een truck en een kraan die het wrak op de wagen plaatste, en zo werd het naar Nederland gebracht.
Een nieuwe uitdaging
Schotman kwam onder de indruk van de ontwerpen van Harrison Butler en toen hij drie jaar geleden weer aan een nieuwe uitdaging toe was, vond hij, na stevig zoeken op het internet, een geschikt exemplaar – type Zyklon met de naam Zephon – in Engeland. Er moest wel onderhandeld worden, want er zat geen motor meer in het jachtje. Ook de schroefas – naast het doodhout, zoals dat wel meer voorkomt bij de Engelsen – was verwijderd. Gelukkig had de eigenaar nog een kistje bewaard met daarin alle onderdelen.
In één tij met laagwater stonden Fred en zijn vriend Han Wever in de modder om het buitenlager en de schroefas weer te monteren. Toen werd een 1-cilinder Yanmar diesel in ons land aangeschaft en meegenomen naar Engeland. Bij de koop was een bijboot inbegrepen en daarmee werd de motor langszij gebracht en met de giek werd die aan boord gehesen. Daarna kon de montage beginnen.