Een vloot van 430 jachten ploegde op 23 juli vorig jaar over de startlijn voor de Royal Yacht Squadron in Cowes. De wind blies met 40 knopen uit het zuidwesten, dus moest de wedstrijdvloot hoog aan de wind langs de Needles en vervolgens door Het Kanaal en zo verder naar de Ierse Zee. Eén boot zonk, bij vier schepen brak de mast en meer dan honderd deelnemers trokken zich terug in de eerste 24 uur – niemand die ze dat kwalijk nam overigens.
Ondanks de barre omstandigheden hield één dapper bootje het vol, terwijl veel grotere concurrenten hadden opgegeven. De 28-voets Maluka was vanuit Australië verscheept en niets weerhield haar bemanning van toegewijde zeilers ervan om de weg naar de iconische vuurtorenrots te voltooien. Maluka mocht dan wel de kleinste en oudste boot in de vloot zijn, haar voortgang in de eerste 24 uur was ronduit opmerkelijk; zij voer langs de zuidkust van Engeland de kortst mogelijke route, terwijl de ‘grote jongens’ het uitvochten in Het Kanaal. Schipper Sean Langman vatte de gang van zaken de volgende dag op FaceBook samen op zijn eigen, onnavolgbare manier: ‘Het is hier een beetje pittig geweest. Maluka en bemanning hielden vol tijdens een zware nacht,
Heldenstatus
Hoe was de kleine Maluka hierin terechtgekomen? Immers, dit gaffelgetuigde bootje werd weliswaar gebouwd voor langeafstandstochten langs de Australische kust, maar beslist niet voor oceaanraces. Toch was ze hier, op 91-jarige leeftijd, aan de andere kant van de wereld, boord aan boord zeilend met race- machines als de Franse IMOCA’s op foils en futuristische trimarans. Zelfs de boten in haar eigen klasse (IRC Divisie 4B) waren niet bepaald traag met twee Sigma 33s en een Swan 36. Maar Maluka heeft de gewoonte boven zichzelf uit te stijgen. Vanaf het moment dat zij te water werd gelaten, zeilde ze verder en harder dan de meeste boten van haar formaat geacht worden te doen. Zo deed zij in de recente geschiedenis mee aan de loodzware Rolex Sydney to Hobart Race (2006). Maluka was toen de eerste boot kleiner dan 9,5 m die ooit finishte, met een 8ste plaats overall op handicap. In Australië leverde haar dat een soort van heldenstatus op.
Om iets meer te begrijpen van deze bakdekker moeten we een duik nemen in de Australische zeilhistorie. Het vaargebied rond Sydney is met Sydney Harbour en grote baaien ten noorden en ten zuiden ideaal voor dagtochten. Maar twee welgestelde broers, George en William Clark, die hun fortuin hadden verdiend met het hoeden van schapen in de Australische outback, waren op zoek naar een zeewaardige boot om langere tochten te zeilen. Ze wendden zich tot zeilkampioen en amateurontwerper Cliff Gale.
Ontwerp
Gale had al een reeks kleine boten ontworpen voor lokale zeilers. Zeer waarschijnlijk was hij al bezig met de voorontwerpen van een 24-voets bakdekker voor eigen gebruik toen de Clark-broers hem benaderden. Cliff bood hun een vergrote versie van dat ontwerp aan. Het grotere ontwerp had hetzelfde kenmerkende verhoogde voordek als de kleinere boot op de tekentafel. In plaats van een zwaard was het echter uitgerust met een soort lange vinkiel. Gecombineerd met een breedte van 3,17 m en een stevige knik in de kimmen, werd zo een snelle en stabiele boot verkregen.