Anna en ik wilden al heel lang naar de Franse kanalen. Onze kinderen groeiden op – en snel! – en we wisten dat we het moesten doen voordat ze te oud werden en niet meer mee wilden, maar we werden opgehouden door twee jaar coronapandemie. Bovendien vonden we onze ideale boot ook pas in september 2020. De 10 m lange Freedom 33 Zelda leek ons heel erg geschikt voor de reis, met dank aan de zeer ruime accommodatie en de geringe diepgang. Maar de twee ongestaagde masten zouden wat uitdagingen opleveren. Ons oorspronkelijke plan bestond eruit om vanuit Dartmouth over te steken naar Bordeaux en dan het Canal du Midi te volgen naar Sète aan de Middellandse Zee, aangezien we de reis naar Griekenland zouden vervolgen. Maar een maand voor ons vertrek hoorden we van de VNF (de Voies Navigable de France, die de meeste Franse waterwegen bestiert) dat de maximum diepgang op deze route teruggebracht was van 1,50 meter naar 1,40 meter. Met onze diepgang van 1,47 m was het advies van de VNF de gok niet te wagen. In plaats daarvan namen we de ‘traditionele’ route, de Seine op en door Parijs, die zou 1,80 m diep moeten zijn – maar, zo merkten we, ook dat was optimistisch.
Gele emmers
Anna wilde heel graag over de kanalen, maar ze had niet zoveel zin in de zeereizen. Die etappes zou ik doen met een paar vrienden, verpleegkundige Matt en horeca-manager Laurence. We zouden de kosten delen wat het hele project financieel wat draaglijker maakte. Na een enerverende oversteek van Het Kanaal, die in Dartmouth begon op 16 mei wachtte ons in Le Havre de eerste uitdaging: de masten naar beneden halen. Maar na twee uur hannessen, konden we ze uiteindelijk op de houten steunen plaatsen die we twee weken eerder gemaakt hadden. Twee sterke, felgele emmers moesten de uiteinden aan de voorkant beschermen. We hadden de masten naar het zuiden kunnen laten vervoeren per vrachtwagen, maar we besloten onszelf die 1800 euro te besparen en ze maar gewoon mee te nemen. Het zag er nogal beangstigend uit, want ze staken aan beide kanten bijna twee meter uit, maar ze bleken ons nauwelijks zorgen op te leveren tijdens de reis.
Bureaucratie
Ons vertrek was bijzonder geweest omdat het voor de Zelda een enkele reis betrof: ongeacht de EU-bureaucratie hadden we geen plannen om, eenmaal na aankomst in Griekenland, de boot mee terug te nemen. Als het niet zou verlopen zoals we planden in de Med, dan zouden we de boot weer verkopen. Dus bood Le Havre de ideale gelegenheid om wat papierwerk uit te zoeken. Hoe konden we de boot legaal de EU binnen brengen? Immers, sinds de Brexit kunnen Britten als ik, net als andere niet-EU inwoners, hun boot 18 maanden in het Schengengebied houden (2 jaar als je de boot 6 maanden op de kant zet), voordat je de BTW moet betalen. Maar hoe dit nou allemaal bijgehouden wordt was onduidelijk.