Op dit schilderij zien we een verzameling scheepsmodellen opgesteld in het atelier van de schilder Hermanus Berserik (1921-2002). Linksboven staat een fregat met de Engelse vlag, middenboven een schokker met spriettuig en topzeil, rechtsonder een brik waarvan de achterste mast wat kort is uitgevallen en daarnaast een stoomscheepje met hulpzeilen in een vitrinekastje. Linksonder maakt een stoomscheepje in een fles de compositie compleet. Het zijn stuk voor stuk geen topmodellen, in een museumcollectie zal je ze niet vinden, tenzij door een kunstenaar geschilderd en vastgelegd met zoveel talent en plezier als hier te zien is. De romantiek van de miniatuurwereld die de schilder onderging bij het bekijken en weergeven van de scheepjes is duidelijk voelbaar. Wegdromen en je voorstellen hoe het echte schip in een storm de golven trotseert of hoe het bij een windstilte op het eigen spiegelbeeld drijft; het is de aantrekkingskracht van ‘de wereld in het klein’, die je ook ziet bij liefhebbers en bouwers van modelspoorbanen en -vliegtuigen. Een onontkoombare betovering voor wie er gevoelig voor is.
Twaalfvoetsjol
Hoewel hij een Haags jochie was en de Hofstad niet als een havenstad bekend staat, bracht de jonge Berserik vele uren langs en op het water door. Hij woonde op de Trekweg waar het havenkwartier van de stad lag en dat was de plek waar tjalken en andere binnenvaartschepen afmeerden. Met een kano maakte hij daar zijn eerste tochtjes.
Tijdens het eerste studiejaar op de Haagse academie kreeg hij van zijn vader een Twaalfvoetsjol waarmee hij zichzelf leerde zeilen met behulp van het instructieboekje Hoe word ik een goede zeiler. In de eerste oorlogsjaren voer hij met vrienden en zijn toekomstige vrouw op de Kagerplassen, niet ver van zijn woonplaats Den Haag.
Na de oorlog ging er teveel tijd op aan zijn carrière en het gezinsleven, zodat er van zijn sluimerend verlangen om weer een boot te bezitten niets terechtkwam. Hij werkte hard als illustrator, ontwerper van boekomslagen, affiches, decors en kostuums voor het theater, naast zijn vrije werk. Ook gaf hij les aan de academie, veel vrije tijd bleef er dus niet over. De belangstelling voor zijn schilderijen en grafiek nam echter flink toe en dat bracht voldoende geld in het laatje om zijn droom in vervulling te laten gaan. In 1973 kocht hij, na een zorgvuldige zoektocht met Mien, zijn vrouw, een stalen kajuitzeilboot van 8 m. De boot kreeg de naam Manus 3; de vader van de schilder heette Manus, zelf was Berserik de tweede Manus en de boot werd de derde Manus.